Ro

Ik weet niet wie ik ben.
Ik formuleer het liever zo dan als vraag. Een vraag nodigt uit tot een antwoord en het antwoord blijf ik mezelf schuldig.

Descartes schreef: "Ik denk dus ik ben."
Natuurlijk. Als ik niet kan denken dan bestaat die gedachte hier niet over.
Ik zou kunnen zeggen: Ik lig dus ik ben, maar dan speel ik vals: ik kan wanneer ik maar wil stoppen met liggen en beginnen met zitten of staan.
Ik hoorde laatst iemand zeggen, ik eet dus ik ben. Stop met eten, dan ben je niet.
Ik denk dus ik ben.
Hoe kun je stoppen met denken door te stoppen met denken zoals je stopt met eten door te stoppen met eten?
Als wie ik denk dat ik ben ook daadwerkelijk ben, dan weet ik nog steeds niks.
Een logisch gevolg dat op een vermoeden berust is zelf een vermoeden.
Ik kan mensen vragen mij te vertellen wie ik ben, maar weet ik hun antwoorden niet van tevoren?
Ik zou mezelf te slim af kunnen zijn door mensen die ik niet ken en die mij niet kennen te vragen wie ik ben, maar iets wil dat deze mensen hun oordeel baseren op niks, immers, zij kennen mij niet hoe willen ze mij gaan vertellen wie ik ben? Ha! Dus mensen moeten hun oordeel op een verleden baseren omtrent de persoon wie ik ben en dat verleden moet onderdeel uitmaken van mijn verleden.
De persoon wie ik ben is het verleden, is de persoon die ik was in het verleden. Hoe langer je leeft, hoe meer je bent.
"Zijn mensen niet altijd het meest levendig voordat ze doodgaan?" (Final destination 2)
Ik ben Roderik en dit is mijn gedachte: dit is wie ik ben.

Het verontrust mij. Als zij net zoveel denkt als ik, is zij net zo gek als ik, en tevens schuldig aan het hebben van ethisch niet verantwoorde gedachten.
Of laat ik het zo zeggen: overspel wordt niet gezien als een deugd. Je hoeft niet te rekenen op complimenten als je overspel pleegt of een bosje rozen van de overbuurman, zelfs niet als je daar redenen toe hebt.
Ik mag denken: stop de overlast; hou buitenlanders buiten.
Of: De koningin heeft geen mooie borsten.
Maar zodra ik dat zeg, ben ik schuldig aan racisme en perversiteit.

Jean Paul Sartre schreef:
Ik kan zeggen: "ik houd genoeg van mijn moeder om bij haar te blijven, maar alleen als ik inderdaad bij haar gebleven ben.
Ik kan de kracht van die liefde juist alleen peilen als ik een daad heb gesteld waaruit zij blijkt en die haar verwerkelijkt.
Verlang ik van die liefde dat ze mijn daad rechtvaardigt, dan kom ik in een vicieuze cirkel terecht."

Ik werd naast haar wakker.
Ik ging weg.
Ze vroeg: "Ga je me missen?"
Ik zei: "Natuurlijk ga ik je missen," terwijl ik vlug mijn veters strikte.
Ze wilde niets weten van mijn gedachten, om maar van mijn daden te zwijgen.
Het moment waarop mensen nader tot elkaar komen is het moment dat mensen uit elkaar vallen en tegelijkertijd in elkaar storten.

Het leven in deze tijd is een groot toneelstuk, en weggelegd voor grote acteurs.
Eerlijkheid is vaak ver te zoeken, omdat het nou eenmaal niet getolereerd wordt om te zeggen wat je denkt.

Het hebben van gedachten is niet strafbaar in deze film die het leven heet. (overigens wel in Phone Booth)
Maar de rest wel.
Waarom zouden we ook eerlijk zijn?

Comments

  • Marique

    Marique

    19 June 2004

    hmmmz Rotje… Dit lees ik nog wel n keer als ik wat frisser ben… 8-)

  • kimberley

    kimberley

    28 June 2004

    lekker diepzinnig-wazig… EERLIJK oppervlakkig-gezegt: wat lastig lezen op een blauwe maandag. klees m met marique op dinsdag of woensdag nog een keertje :@

Comments are closed